Praktische tips ouderschapsplan

Praktische tips voor in het ouderschapsplan staan in deze blog centraal. De tips die ik geef lijken klein en minder belangrijk, maar kunnen het net wat minder moeilijk en praktischer maken voor jullie kind. Als gescheiden ouder met kinderen, voormalig groepsleerkracht en echtscheidingsmediator heb ik de nodige ervaring opgedaan met kinderen en scheiding. Misschien dat ik je door deze tips aan het denken kan zetten…

1: Spullen wisselen

Als leerkracht heb ik regelmatig meegemaakt dat kinderen van gescheiden ouders op school kwamen met grote, volle tassen. Ouders hadden in het ouderschapsplan vastgelegd dat de wissel van verantwoordelijke ouder onder- of na schooltijd zou zijn. Op zich niks mee, echter, het meegeven van soms heel veel spullen naar school is voor veel kinderen echt niet fijn. Vooral niet als dit op wekelijkse basis is. Los van het feit dat kinderen zich hier soms voor schamen en opvallen terwijl ze dat niet willen, is het voor leerkrachten ook niet fijn. Waar laat je namelijk die tassen? Een kleine tas met daarin een knuffel is het probleem niet, die kan makkelijk aan de kapstok hangen, maar waar laat je grote, volle tassen, met daarin soms waardevolle spullen zoals spelcomputers? Probeer het zoveel mogelijk te voorkomen dat je kind met (grote hoeveelheden) spullen naar school komt. Regel als ouder zelf dat de spullen bij de andere ouder terecht komen!

2: Wissellijstje

Maak een lijstje met daarop spullen die tijdens een wissel meegenomen moeten worden naar de andere ouder. Niks is zo vervelend voor een kind als er iets belangrijks vergeten wordt. Op het lijstje dat ikzelf heb gemaakt voor de wisselmomenten staat bijvoorbeeld: knuffels, huiswerk, sportkleding, wedstrijdkleding, telefoon, boek en medicijnen. Dit bespaart je een boel heen-en-weer gerijd als er iets vergeten is… Mijn ervaring is dat je tijdens het wisselmoment altijd wel iets vergeet te checken en dat dat nou net hetgeen is, dat niet door je kind in de tas is gestopt.

3: Oneven en even weken in ouderschapsplan

Als jullie zorgregeling week op, week af is, vermijd dan in het ouderschapsplan de termen ‘even en oneven weken’. Eens in de zoveel jaar is er week 53, gevolgd door week 1. Twee oneven weken achter elkaar dus. Hier kan gedoe over ontstaan en dat wil je niet. Spreek dus in het ouderschapsplan over week A en week B of maak een afspraak over wat te doen als er een week 53 is.

4: Ouder die ver weg woont

Als één van de ouders ver weg woont kan dit gevolgen hebben voor de sportwedstrijden en kinderfeestjes die vaak in het weekend zijn. Probeer goede afspraken te maken over hoe jullie het mogelijk willen maken dat jullie kind geen wedstrijden en kinderfeestjes hoeft te missen als het het weekend is van de ouder die ver weg woont. Denk hier van tevoren goed over na en leg de gemaakte afspraken vast in het ouderschapsplan.

5: Bijzondere activiteiten opnemen in ouderschapsplan

Houd je ex-partner op de hoogte als er een bijzondere activiteit is voor je kind op de dag van je ex. Bijvoorbeeld een kinderfeestje of familiefeest. Leg vast in het ouderschapsplan hoe jullie met dit soort situaties om willen gaan, in het belang van je kind.

6: ‘In overleg’ zo min mogelijk in ouderschapsplan

Probeer in het ouderschapsplan de woorden ‘in overleg’ zoveel mogelijk te beperken. Op het moment dat er wellicht gedoe tussen jullie ontstaat is er niets zo vervelend als in overleg moeten met je ex om een oplossing te vinden. Dit zorgt voor extra wrijving en dat is niet in het belang van jullie kind. Leg vast wat jullie op het moment van scheiding een goede oplossing vinden, pas dit eventueel later samen aan als jullie erachter komen dat iets toch niet werkt.

7: Papa, mama, vader, moeder

Maak goede afspraken over de termen papa, mama, vader en moeder. Zijn deze titels alleen voor de biologische ouders of ook voor bonusouders? Als jullie hier geen goede afspraken over maken kan dit verwarring opleveren voor de kinderen. Daarnaast kan het voor jezelf mogelijk pijnlijk zijn als de bonusouder ook de titel ‘papa’ of ‘mama’ krijgt.

8: Afzeggen

Soms hoor ik verhalen dat een ouder die zijn/haar kinderen al weinig ziet, vrij makkelijk een dag met zijn/haar kinderen ‘afzegt’. Voor een kind is dit vaak heel erg. Het kind verheugt zich meestal op de dag dat hij/zij naar de ouder gaat die hij/zij al weinig ziet. Als dit op het laatste moment niet doorgaat doet dat wat met een kind. Nog verdrietiger is het als die ouder het kind zonder afmelding helemaal niet komt ophalen. Dit schaadt het vertrouwen tussen ouder en kind en kan problemen opleveren in de ontwikkeling van het kind. Houd je dus aan de gemaakte afspraken! Leg in het ouderschapsplan vast hoe je omgaat met situaties als een ouder een keer niet ‘kan’ op de dag dat het kind bij hem/haar is.

Mocht je zelf nog een goede tip hebben voor ouders die bezig zijn met het opstellen van het ouderschapsplan, mail mij gerust. Mogelijk zal ik jouw tip nog verwerken in deze blog!

Klik op de link voor mijn andere blog over alles wat je moet weten over het ouderschapsplan!