Als je kind niet naar de andere ouder wil…

Als je kind niet naar de andere ouder wil kan dit verschillende gevoelens bij je oproepen. Wellicht voel je je verdrietig, omdat je het graag anders ziet. Mogelijk heb je medelijden met de andere ouder, omdat dit moeilijk voor hem of haar is. Misschien begrijp je je kind en stimuleer je de gevoelens van je kind, omdat je slecht contact hebt met de andere ouder. Er zijn ook ouders die het als een soort ‘overwinning’ ervaren, omdat jullie kind blijkbaar liever bij jou wil zijn.

Wat je ook voelt: Je moet hier iets mee.

In deze blog vertel ik hoe je hier het beste mee om kunt gaan.

Moet ik mijn kind dwingen om naar de andere ouder te gaan?

In veel gevallen luidt het antwoord: Ja! Dit klinkt onlogisch, want niemand wil zijn kind dwingen om iets te doen wat hij/zij echt niet wil. Volgens de wet hebben alle ouders recht op omgang met hun kind(eren). Als ouder heb je de plicht ook om mee te werken aan de omgang met de andere ouder. Als er zwaarwegende redenen zijn kan een rechter de omgang met het kind ontzeggen, maar dit gebeurt niet vaak.

Wat zijn volgens de rechter zwaarwegende redenen?

Ten eerste wordt gekeken of de ouder geschikt is om aan de opvoeding van het kind bij te dragen. Ten tweede wordt er gekeken of de omgang met de andere ouder een ernstig nadeel op kan leveren in de ontwikkeling van het kind. In de derde plaats wordt er gekeken naar de bezwaren die het kind zelf heeft. Wat is de reden dat het kind niet meer naar zijn/haar vader of moeder wil?

Wat doet een rechter?

Een rechter zal in veel gevallen de Raad voor de Kinderbescherming raadplegen en verzoeken om onderzoek te doen naar deze specifieke situatie. De Raad voor de Kinderbescherming zal uitzoeken welke omgangsregeling past. De Hoge Raad heeft immers bepaald dat er alles aan gedaan moet worden om ervoor te zorgen dat de kinderen met beide ouders contact blijven houden. Als dit echt niet mogelijk is kan de rechter bepalen dat er voor een periode van maximaal 1 jaar geen contact meer mag zijn. Daarna wordt er opnieuw naar gekeken.

Oftewel: Er moet veel aan de hand zijn in het contact met de andere ouder op het moment dat een rechter beslist dat er geen contact meer mag zijn met één van de ouders.

Nu snap ik heel goed dat in veel gevallen de rechter geen uitspraak doet, omdat doodeenvoudig veel ouders hiervoor niet naar een rechter gaan.

Mijn kind wil niet naar de andere ouder. Wat nu?

Als je kind aangeeft niet naar de andere ouder te willen moeten bij jou de alarmbellen gaan rinkelen. Je kind geeft een duidelijk signaal af. Er is wat aan de hand. Dit kan iets groots zijn, maar vaak ook is het iets kleins wat makkelijk op te lossen is.

Een scheiding heeft vaak een enorme impact op een kind. Het kind krijgt (deels) een andere plek om te wonen. Daarnaast ziet het kind de ouders minder. Soms is er ook een wisseling van school, sportclub en zijn er nieuwe partners (met wellicht kinderen) bij betrokken. De veiligheid, structuur en duidelijkheid dat een kind eerst had, is (deels) weg. Soms krijgen deze kinderen te maken met spanningen en ruzies tussen de ouders. Ook al zijn de kinderen daar niet bij, ze voelen het…

Het gebeurt vaak dat een kind boos is op de ouder die het huis verlaten heeft. Het kind voelt zich in de steek gelaten. De grootste wens van een kind is vaak (ook jaren na de scheiding nog) dat de ouders weer bij elkaar komen en alles wordt zoals vroeger. Veel kinderen zitten na een scheiding niet lekker in hun vel, zijn verdrietig of boos en kunnen probleemgedrag vertonen.

Als kinderen zien dat de ouders boos zijn op elkaar of zich verdrietig voelen, kan het zo zijn dat het kind een ouder wil beschermen en wil zorgen voor deze ouder. Soms gaat het zover dat een kind denkt dat de boosheid en het verdriet verdwijnt als hij/zij niet meer naar de andere ouder gaat.

Wat kan er nog meer aan de hand zijn?

Wat ook regelmatig voorkomt is dat het contact met de andere ouder niet is, zoals het kind zich had voorgesteld. Het kan dan voor beide ouders onduidelijk zijn wat er aan de hand is. Jonge kinderen kunnen dit vaak nog niet goed verwoorden. Daarnaast is de kans aannemelijk dat de ouders (nog) niet goed met elkaar kunnen communiceren over dit onderwerp. Helemaal als de scheiding niet fijn is verlopen of pas kort geleden is. Het is de kunst om als ouders gezamenlijk op zoek te gaan naar de oorzaak en het vinden van een oplossing. Dit valt vaak niet mee.

Praat met je kind

Praat met je kind, praat met je kind, praat met je kind…. Wees open over de scheiding. Geef je kind (voor zover het kan) eerlijk antwoord op vragen hierover en spreek nooit negatief over de andere ouder, hoe verleidelijk dit wellicht ook is. Let hierbij ook op je non-verbale communicatie. Laat je kind zijn/haar eigen mening vormen over de andere ouder en over wat er is gebeurd, zonder dat je je kind hierin beïnvloed. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Dit kan erg lastig zijn, vooral als jouw contact met de andere ouder niet goed is. Probeer je eigen gevoelens even te parkeren.

Vertel je kind meerdere malen dat hij/zij niet de oorzaak is van de scheiding. Praat niet met je kind over wie ‘de schuldige’ is, maar bespreek de gevolgen van de scheiding en de gevoelens die je kind heeft.

Zoek samen met de andere ouder een oplossing

Als je kind niet meer naar de andere ouder wil is er altijd iets aan de hand. Kijk goed naar je kind. Wat is de reden hiervoor? Als je de reden duidelijk hebt, zoek dan contact met de andere ouder en bespreek dit. In situaties dat dit contact één op één met de andere ouder niet soepel loopt kun je er altijd een mediator of advocaat bij vragen. Als de reden duidelijk is, kun je samen op zoek gaan naar een oplossing. Een oplossing is vaak niet dat je kind de andere ouder niet of nauwelijks meer zal zien. Probeer hier open in te staan, ook al ben je het volledig met je kind eens.

Als je kind niet meer naar jou toe wil

Als jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil, probeer dan in gesprek te komen met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator of advocaat erbij. Jij hebt in bijna alle gevallen recht op omgang met je kind! Lukt het niet om samen tot een oplossing te komen, bespreek dan jouw situatie met een advocaat en laat je goed adviseren.

Conclusie

Als jouw kind niet meer naar de andere ouder wil, is er iets aan de hand. Probeer duidelijk te krijgen wat de reden is. Bij jonge kinderen is dit vaak lastiger dan bij oudere kinderen. Als je dit duidelijk hebt, ga dan in gesprek met de andere ouder en probeer het samen op te lossen. Je kunt hier altijd een mediator of advocaat bij betrekken. Probeer je eigen gevoelens richting de andere ouder uit te schakelen, want het is het bijna altijd in het belang van je kind dat hij/zij opgroeit met een vader en een moeder om zich heen. Ouders hebben het recht op een omgangsregeling met hun kind en je hebt als ouders de plicht om het contact met de andere ouder positief te stimuleren, ook al is dit in sommige gevallen erg moeilijk.